‘Denk erom, crowdfunden doe je niet op een achteloze namiddag’ kreeg ik van meerdere kanten te horen. Nu ik zelf een ervaringsdeskundige ben, kan ik die mensen alleen maar gelijk geven. Het is een dagtaak. Maar wel een leuke en boeiende dagtaak!

Betrouwbaarheid
Wat de reden ook mag zijn om te crowdfunden – toen, nu en ook in de toekomst. Bovenaan elk prioriteitenlijstje horen naast de tegenprestatie twee belangrijke zaken: betrouwbaarheid en juiste doelgroep bereiken.

Er bestaat vandaag de dag een woud aan crowdfunding-platforms. Allemaal claimen ze je op uitstekende wijze daarbij van dienst te kunnen zijn. Gelukkig zijn er ook goede overzichtspagina’s. Anders zie je misschien door de bomen het bos niet meer.
De reisnotities van Elise in drukIk koos voor VoordeKunst; een digitaal crowdfunding-platform dat zich richt op de cultuursector.

Steigerbouw
Elke crowdfunding-campagne heeft behoefte aan helpende handen; ambassadeurs, mensen die geloven in je project. En die helpende handen zijn goud waard.

Het kunnen heel eenvoudig mensen zijn die op social-media niet alleen liken, maar ook naar hartenlust delen. Vanwege recente aanpassing in de werking van algoritmen wordt een like niet meer weergegeven op de pagina van likers. Daarmee verspreid een bericht zich niet meer via likes ; alleen nog via delen (je moet het maar weten…).

Andere belangrijke helpende handen zijn mensen die bereid zijn hun nek uit te steken ten behoeve van jouw project. Bereid zijn om hun eigen netwerk te benaderen. Niet alleen on-line maar óók off-line.
En … belangrijker nog, net als jij, niet 1x maar meerdere keren tijdens de looptijd van je campagne. Misschien wel 3x – ook al gaat iedereen zich gaandeweg een stalker voelen.
VoordeKunst geeft aan dat pas na 7x mensen je berichtjes daadwerkelijk zat zijn. En inderdaad, wees eerlijk, hoe vaak komt Serious Request in december voorbij op je beeldscherm…

Voor mij voelden die helpende handen als steigers rond het bouwwerk dat ik steentje voor steentje in elkaar aan het passen was. Daarmee gaat crowdfunding voor mij over veel meer dan een nieuw product of dienst in de markt zetten. Over veel meer dan achteloos wat geldbedragen storten of andersom, binnenharken vanwege zo’n leuk product.

Gunnen & vertrouwen
Het gaat vooral ook over aandacht, samenwerking, vertrouwen, geloof in nieuwe mogelijkheden en in iemands kunnen. Het geloof dat een vernieuwend product, dat niet past binnen het stramien of hokje van bestaande bedrijven, toch bestaansrecht heeft – en dat het in goede handen is bij de crowdfunder.

Uit eigen ervaring kan ik zeggen dat die reactie uit de omgeving voelt als een warm bad. Het is hartverwarmend. Je voelt je gedragen. Je zult er werkelijk alles aan doen om dat gegunde vertrouwen niet te beschamen. En dát is voor mij de basis van crowdfunden. Iemand iets gunnen en vertrouwen. Hoe leuk en boeiend kan een dagtaak dus zijn!

Frieda van Essen
24 december 2018

“Denk erom, crowdfunden doe je niet op een achteloze namiddag” kreeg ik van meerdere kanten te horen. Nu ik zelf een ervaringsdeskundige ben, kan ik die mensen alleen maar gelijk geven. Het is een dagtaak. Maar wel een leuke en boeiende dagtaak!

Van alle tijden
Crowdfunden is een vak apart. Het speelt zich grotendeels af in de digitale wereld. En lijkt daarmee een nieuwerwets fenomeen. Maar niets is minder waar.

Financieringsacties zijn van alle tijden en er zijn legio voorbeelden. Denk alleen al aan pelgrims in de Middeleeuwen die sponsoren zochten voor hun Nederlandse Noordpool-expeditietocht naar Rome, Santiago of Jeruzalem. Als tegenprestatie bidden zij voor het welzijn van hun donateurs bij specifieke beelden, graven en relikwieën of namen zij o.a. gewijde attributen mee terug.

Een ander voorbeeld (van heel andere orde) stamt uit 1882. Toen zamelde Buys Ballot op nationale schaal veel geld in voor een Nederlandse expeditie naar het Noordpoolgebied. Het KNMI probeerde vervolgens heel bewust iets terug te doen voor alle gulle gevers overal in den lande. Na het vertrek van de expeditie verschenen met regelmaat krantenartikelen (‘updates’) in dagbladen over het wel en wee van de mannen in het Hoge Noorden. En na thuiskomst reisde hun expeditieleider het land rond voor lezingen en schreef hij een boek over hun tocht. Volgens het KNMI hadden donateurs, letwel, recht op dat verhaal.

Verouderde strategieën…?
Er valt veel te leren van crowdfunding-strategieën uit het verleden.

Buys Ballot stimuleerde bijvoorbeeld de oprichting van lokale inzamelingscomités in bijna alle dorpen en steden van Nederland. En eerlijk gezegd – ook een hedendaagse crowdfunder kan niet zonder zo’n kring helpende handen. Een kring mensen die geloven in het project en bereid zijn om overal en nergens ‘even in te springen, even iets te doen’.

En daar ligt door de eeuwen heen – tot op de dag van vandaag – misschien nog wel de grootste uitdaging. Naast sponsoren en donoren, juist ook helpende handen vinden. Helpende handen die niet alleen een geldbedrag of een snelle like op socialmedia willen bieden, maar vooral ook tijd, aandacht en concrete hulp.

Frieda van Essen
24 november 2018

September 1858 verblijft Elise van Calcar een maand in Parijs.
Haar originele verhaal bestaat uit tekst en nog meer tekst; letterlijk ruim vierhonderd pagina’s lang. Geen plaatje te bekennen. Elise heeft ter plekke weliswaar tekeningen gemaakt, maar haar schetsboek heeft de tand des tijds helaas niet overleefd.

Zoektocht naar afbeeldingen
Bij een moderne heruitgave van een reisverhaal in de serie Reislustige Vrouwen ga ik daarom meteen op zoek naar afbeeldingen.
Voor Elise concentreert de zoektocht zich op de periode rond 1858 – met tien jaar naar voren en tien jaar naar achteren. En dan vind je juweeltjes in collecties van musea over de hele wereld.

Bal Mabile, Parijs, Jaren zestig 19e eeuw

Bal Mabille, Parijs. Jaren zestig 19e eeuw. Maker onbekend.
Collectie Rijksmuseum.

Zo kwam ik scannend door de digitale collectie van de bibliotheken in de staat New York /USA, een prachtige afbeelding tegen van het Bal Mabille in Parijs. Het is een kleurenlitho uit 1858. ‘Mooi, precies goed!’ – denk je dan. En hij prijkt nu (met hun toestemming) op de omslag van Elise’s Parijs in 1858.

Een match met Elise
Vervolgens bekruipt je het gevoel: ‘dit heb ik eerder gezien’. En dan valt het kwartje. Ik heb het niet eerder gezien – ik heb het eerder gelezen. Gelezen bij Elise. Zij schrijft in 1858:
‘Rondom het sierlijk orchest staat een zonderling geboomte, dat met nog vreemder vruchten is beladen; want die vruchten zijn niet anders dan gaslicht, dat de met banken omringde danszaal beschijnt, die uit een vloer van asphalt bestaat, welke het orchest omringt.
Op de banken zetten zich degenen die aan den dans verlangen deel te nemen; daarbuiten blijven de nieuwsgierige wandelaars.’
Wanneer je zoiets vindt, kan je dag niet meer stuk als onderzoeker/auteur.

Digitale collecties
Deze vondst laat zien dat er een aardverschuiving gaande is in museumland. Steeds meer musea digitaliseren hun collectie en plaatsen het online. Steeds vaker stellen ze grote delen van die ‘digitale-collectie’ bovendien gratis beschikbaar. Open Acces Policy noemen ze dat.

Zo ook het Rijksmuseum in Amsterdam. Ook zij kiezen voor het online delen van een groot gedeelte van hun gedigitaliseerde ‘openbaar kunstbezit’.
In hun omvangrijke digitale beeldcollectie vond ik een foto van het eerder genoemde Bal Mabille. Een foto die – net als de litho in New York – precies overeenkomt met Elises verhaal! Prachtig.

Rechthebbenden
Hoe hard deze digitalisering en Open Acces Policy ook toe te juichen is – het browsen vanachter je computer bespaart immers heel wat reistijd en vliegtickets – er kringelt wel degelijk een adder onder het gras. Een adder waar iedereen zich bewust van hoort te zijn: de rechten van de maker. Check altijd of een afbeelding vrij te gebruiken is in het publieke domein, of dat je contact op moet nemen met rechthebbenden. Dat laatste moet in elk geval binnen 70 jaar na het overlijden van de maker.

Frieda van Essen
18 oktober 2018

Net als veel Nederlanders houd ik van reizen.
Daarnaast ben ik dol op het lezen van oude reis- en expeditieverhalen. En die zijn er in alle soorten en maten, van heel oud tot recent 20ste eeuws.  In bibliotheken vind je ze makkelijk terug.

Ten minste – daar ging ik van uit.
Mis!
Een aanzienlijk deel ligt ècht verstopt – en verstoft zelfs waar je bij staat – zo blijkt.

Frieda van Essen, publicist

Van beroep ben ik publicist en ik zit vaak te wroeten in archieven en oude bibliotheken.
Bij toeval stuitte ik een keer op het verhaal van Elise van Calcar-Schiotling en valt bij mij het kwartje.

Ik ken aardig wat verhalen en namen van Britse en Amerikaanse vrouwen die ooit reisverhalen aan het papier toevertrouwden. Maar eigenlijk ken ik nauwelijks tot geen reisverslagen en/of reisnotities van Nederlandse vrouwen…raar eigenlijk …
Werd er in Nederland vroeger niet geschreven door reizigsters?
Zeker wel, maar hun namen ontbreken in veel van de overzichten.

Zoekend naar redenen en achtergronden stuitte ik op allerlei omtrekkende bewegingen die je misschien nog het beste kunt omschrijven als een soort collectief Nederlands adagium:
‘Vrouwen op reis zijn (naïeve) toeristen, mannen op reis zijn (ontdekkings)reizigers’.

Frieda van Essen
6 september 2018